Tag Archief van: kantelaars

Always change a winning team

Fascinerend. Ronduit fascinerend is het. Transitiedenken bestaat nu 20 jaar in ons land en het is gaaf om van binnenuit mee te maken hoe theorieën omslaan naar werkelijkheid. Het duurt blijkbaar even, maar dan heb je ook wat. Bij de strategen van ondernemingen klinkt het: ‘Jongens, het is serious business nu’. We móeten het bedrijf splitsen anders verliest de groene tak de toegang tot de kapitaalmarkt’. ‘Niet te lang stilstaan bij het dieselschandaal, we moeten dóor’.

Groene financiers verleggen hun aandacht van pilots en koplopers naar grow-ups. Overheden krijgen nu oog voor de verliezers van de groene omwentelingen. En onvermijdelijk gaan nu ook instituties als vergunning, handhaving en toezicht op de schop – ‘eigenlijk functioneerde die hoek nooit echt goed.’

Waar ze eensgezind in lijken, of het nou klimaat, auto’s of varkens betreft, is in hun vertwijfeling. ‘Wíe gaan deze opschaling in godsnaam betalen?’.

Na de pilots dus de opschaling. Na de Prius 1 de Kona. Lastig is het dat we voorlopig twee systeemvarianten in de lucht houden nu. Grijze stroom èn de groene. Petrochemische energie èn de duurzame. Dierlijke eiwitvoorziening èn de plantaardige. Top-down bestuurlijke besluitvoming in de leefomgeving èn decision-making communities. Het betekent nog een tijdlang dubbel grondgebruik. Een tijdlang dubbele werkgelegenheid. Een tijdlang dubbele geldstromen en waarheden.

Met de eerstvolgende transitiefase komen ook de eerstvolgende karakters aan het stuur. In 2005 publiceerde de Nederlandse psychiater en innovatie-onderzoeker Peter Robertson hierover zijn boekje Always Change A Winning Team. Hij laat daarin zien hoe karakters van mensen te verbinden zijn aan de groeicurce, de S. Kom je in de volgende fase van de S, dan verandert het karakter dat je nodig hebt en daarmee het team. Het is slim daar al vroeg rekening mee te houden, net als in een estafette.

Ik maak de change van winning teams van dichtbij mee. Mensen die vernieuwende werkwijzen succesvol op de kaart zetten, zoeken nu aarzelend naar een structuur voor de opschaling ervan. Dat dat tegen hun natuur is, spreekt vanzelf. Het zet ze vól in de stretch. Juist zij besloten immers een jaar of zes geleden om het anders te doen. Zij stapten – overeenkomstig hun karakter – uit de routines en blauwdrukken waarmee een hele sector in het moeras was beland. In weerwil van hun managers en jaarlijkse fte-verantwoording gingen ze om de tafel met gewone ondernemende mensen die wat willen, om te kijken of er wat te koppelen viel, te ondersteunen was en juridisch ruimte gemaakt kon worden. Dat lukte redelijk tot wonderwel, de soms scheve ogen van collega’s trotserend of die – vaker nog – zelfs niet begrijpend.

Schaalt in een maatschappelijke taartpunt het filosoferen en de pilots op richting routines en borging, dan moeten álle maatschappelijke elementen mee: én de infrastructuur én de product-service systems én de wetten en standaarden én de samenwerkingsallianties én de heldenverhalen en historische interpretatie én de financieringsstromen en subsidievoorwaarden. De hele maatschappelijke ratteplan op de schop. Ook de mensen dus. Wie niet mee wil reduceert zichzelf tot niche en wie voorop liep moet uitzien naar zijn volgende klus. Daar kunnen de koplopers weer een jaar of zeven vooruit. Duurt even, maar dan hebben we weer wat. Fascinerend. Ronduit fascinerend vind ik het Nederland van nu.

Deze tekst verscheen eerder als column in MilieuMagazine, juli/aug 2019

Harry te Riele, transitie-expert - keynote Brabant Ontmoet Einbdhoven 28okt2017 2

Verkrampte organisaties creëren nasty transities

 

Onlangs vroegen we driehonderd politici en ambtenaren ruimte te geven aan free agents in hun organisatie. Het zijn medewerkers die zich nauwelijks in de hark laten inpassen, die pendelen tussen binnen en buiten en die ook nog door portefeuilles heen wandelen. Ze staan op gespannen voet met de reflex op afrekenbaarheid, smart-doelen en fte-allocatie te sturen, maar wij vinden hen cruciaal voor soepel lopende transities. Tijdens een transitie openen systemen zich tijdelijk voor herverbinding met de samenleving. Zorg dat er voldoende mensen zijn die daar mee aan de gang kunnen.

Transitiefocus ziet organisaties flexibel proberen te worden als hun transitie op stoom komt. Een vraag is welke organisatiestructuur daar nog meer bij hoort. Wij hielden veertig diepte-interviews in een organisatie in het hart van de landbouwtransitie. Mensen met een sleutelrol waren vrij eensgezind: ‘ik moet van mijn organisatie vooral geen lást hebben.’ Het illustreert de hun vraag naar flexibiliteit en bewegingsruimte. In een transitie kunnen verhoudingen snel draaien. In theorie moet ieder elkaars opdrachtgever kunnen worden in een organisatie zodra de nieuwste context daarom vraagt. Verkrampende organisaties houden transities tegen. Daar heeft soms een hele natie last van. Verkrampte organisaties creëren nasty transitions.

CdK Wim van de Donk roemde trouwens ons verhaal hierover op OmroepBrabant (15min25s).

Harry te Riele en Esther van der Valk

Weerstand is loyaal zijn aan iets kostbaars

‘Transities? Ach, het waait vanzelf over.’

‘Transities? Ach, het waait vanzelf over.’ Nou, dat is dus niet waar en niet slim, denken wij. Nederland zit in een turbulente tijd met veel gebieden die na elkaar in transitie gaan. Grondregels die stonden sinds WOII, wijzigen momenteel en IT gaat daar flink bovenop. Dus Landbouw, Water, Ruimte, Zorg, Bestuurlijke besluitvorming, Energie, Financiering, Asielopvang. Ze schuiven allemaal – sommige twintig jaar voorlopend op andere, maar ze zijn álle onderling verbonden. Niet verwonderlijk dat het schuurt, schrankt en piept in ons land. Maar we móéten wel, daar de basis anno nu heel anders is dan die in bijvoorbeeld 1945. Dus is bewegen onvermijdelijk. Soms met een sterke schok, soms met zwakke.

weerstandslide estherGaat één systeem in transitie, dan merken vele andere dat. Achteroverleunen, wachten tot het overwaait en luisteren naar de voor jou vertrouwde belangen? Het is geen optie. De jongste telg – Finance – koerst in sneltreinvaart op diversiteit in binnen- en buitenland. Terwijl gangbare spelers voor hun gevoel in een corset worden geregen, bloeien daarbuiten ontelbare initiatieven op, los van banken, los van euro’s zelfs: crowdfunding, lokale munten, ruilsystemen, peerby.

De schade voor je organisatie kán groot worden zijn als je niet op tijd meebeweegt. We zagen het eerder: in tien jaar kunnen de grootste systemen imploderen. De schade is dan niet alleen economisch. Dus: leider, naar wie luister je? Wie staat voor wat de samenleving nu zoekt? Hoe wendbaar ben je eigenlijk? Heb je goede mensen in huis om comfortably out of control ’ te kunnen zijn? En manager, wat heb jij nodig om oud en nieuw naast elkaar te kunnen laten bestaan?

In tijden van transitie zoeken mensen een goede plek om elkaar te ontmoeten. Waar, met focus op de gedeelde toekomst, ze kunnen bijdragen aan het nieuwe grote verhaal. Met oog voor afbouwen van oude routines zonder al teveel schade. Niet voor niets zegt het Afrikaans spreekwoord: ‘Alleen ga je sneller, samen kom je verder’.

Meer over wendbare organisaties en weerbare mensen? Bel!

Esther & Harry

‘Bedrijven hebben verhalenvertellers nodig’

verhalenverteller aan het werk

Uitspraak van Cor Hospes in MT-online over content marketing: ‘Waar bedrijven mee moeten beginnen? Bij het begin, namelijk met de vraag wie je bent. Wat is je verhaal? Veel bedrijven weten niet wie ze zijn of waar ze voor staan’. Cor, helemaal met je eens, maar dat is niet alleen nodig voor content marketing. Ook bij ingrijpende veranderingen, transities, zijn verhalen belangrijk. Ze geven het kader. Ze schetsen een visie op de historie van het bedrijf of op de branche en de rol in de samenleving. Daarmee snappen mensen beter dat er gebeurt wat er nu gebeurt.

Verhalen brengen overzicht, geven ruimte voor emotie, verminderen weerstand, leggen (grotere) verbanden en bovenal: brengen hoop.
Wanneer wij met organisaties en bedrijven aan transities werken, dan maken verhalen daar altijd onderdeel van uit. Waar komt deze organisatie vandaan? Wat waren bepalende gebeurtenissen in de historie met grote invloed op de mensen, de cultuur of de dienstverlening? Wat verloren we uit het oog of waar moesten we afscheid van nemen? En kwam er (nieuw) bij? Wat zijn de waarden en de doelen waarmee we startten destijds zijn en hoe is de aansluiting op de behoeftes van nu in de samenleving?

Of je nu iemand het verhaal laat vertellen, zelf als leidinggevende de bühne op gaat of in werkgroepen het verhaal laat ontstaan en opschrijven: elke werkvorm die hier aandacht aan schenkt, geeft mensen steun in die verwarrende overgang van oude naar nieuwe situatie. Daarnaast laten we persoonlijke verhalen ontstaan waarin duidelijk wordt waarom iemand doet wat hij doet, waar zijn (haar) persoonlijke drijfveren liggen en wie hij nodig heeft om de klus te klaren. De verhalen werken aanstekelijk, nodigen uit en geven vertrouwen.

Een van onze opdrachtgevers, haar organisatie zit in het epicentrum van een transitie, zette op intranet haar persoonlijk verhaal van de held die op reis gaat. Mede door dit verhaal melden mensen zich aan om mee te werken aan de transitie die zich voltrekt. Een prachtig voorbeeld.

Wij helpen je graag bij het maken en vertellen van die verhalen in jullie organisatie. Als je met ons wilt oefenen komen wij bijvoorbeeld met een kader. Hoef je niet alles zelf te doen.

Esther van der Valk

Els Boonen, Dichter bij elkaar

Waarom haar initiatief kan slagen

Ik sprak een collega die vol vuur vertelde over een bijzonder initiatief dat zij in haar regio is gestart. Ze bouwt aan een nieuwe samenleving. Harry en ik spreken vaak over de daadkracht die in transities weer bij mensen opkomt. Individuen die elkaar vertrouwen en samen nieuwe oplossingen zoeken en uitproberen. Zo zien we binnen gemeenten dat bestuurlijke vernieuwing niet van bovenaf (Rijk) komt, maar dat B&W en ambtenaren met burgers en bedrijven samen zoeken naar vormen waarin besturen en leven samenkomen. De gebiedscommissies in Rotterdam zijn hier ook een voorbeeld van.

Mijn collega wil de verschillende dorpskernen binnen haar gemeente tot elkaar brengen. Niet alleen jong en oud, niet alleen op zorg of economie, onderwijs of kunst, maar op allerlei terreinen, over leeftijdsgrenzen, dorpsgrenzen en organisatiegrenzen heen. Haar start is het in kaart brengen van de droom die inwoners hebben van hun leefomgeving en -gebied.

Ik zie zes redenen waarom haar dit gaat lukken:

  • geloofwaardigheid en legitimiteit: ze komt zelf uit de omgeving en heeft in de dorpskernen gewoond en gewerkt. Zij zette al eerder een grootschalig project op en maakte dat tot een succes;
  • passie: haar droom van deze nieuwe samenleving is aanstekelijk en inspireert vele toehoorders;
  • geduld: de tijd die zij zichzelf gunt is rekbaar, ze zal organisch meegroeien en beweging stimuleren. Ze hangt haar eigen geluk niet op aan het slagen van dit initiatief;
  • individueel commitment: ze vraagt mensen op persoonlijke titel mee te doen;
  • simpel: het hele plan is op drie A4-tjes in beeld gebracht;
  • ‘stickyness’ ofwel hoge aandachtsgraad: veel organisaties en instituties in de omgeving zijn net als zijzelf op zoek naar een nieuwe aanpak. Daardoor kijken ook zij over hun grenzen en zijn ze bereid hun werkveld te herdefiniëren.

Ze wordt een baken, iemand die ergens voor staat en dat voelt de omgeving. Het wachten is nu op de eersten die óók de dam overgaan. De eerste samenwerkingspatronen. De eerste welwillende journalisten. De eerste maatschappelijke supporters. Het eerste succes.

Esther