Weerstand in transities

Weerstand & transitie

 

Weerstand in transities

Ik spreek een wethouder.
Na zorgvuldige afweging is besloten de frequentie van de afvalinzameling aan te passen.
En nee, het wordt niet méér keer per week.
Burgers worden ingelicht, website aangepast en de nieuwe dienstregeling kan van start.
In week één krijgt de gemeente meer dan honderd telefoontjes met klachten & vragen. De ambtenaren schrikken zich rot en schieten in een kramp.
Wat doe je als verantwoordelijk wethouder?
Mijn wethouder blijft opmerkelijk rustig onder deze reacties. Hij legt zijn ambtenaren uit dat verandering altijd verwarring oplevert en gewenning vraagt. ‘Want over een half jaar evalueren we deze wijziging met elkaar. Tussendoor letten we natuurlijk wel op of er geen signaal tussen zit waar we direct actie op móeten nemen. Voorts laten we iedereen duidelijk merken dat we elke suggestie gehoord hebben en bijhouden.
Maar het op een rustige en communicatieve manier omgaan met de ‘boosheid’ en onze eigen paniekreflex is iets dat we moeten leren. We hebben een goed verhaal, maar zijn niet onfeilbaar natuurlijk. En vergeet niet dat we veel meer inwoners hebben die níet klagen’.

Ik vind dit in het klein een mooi voorbeeld van krachten die ook in grote transities loskomen. Je probeert een veranderpad zo goed mogelijk in te zetten en er ontstaat direct tegengeluid. Draag je eigen verhaal rustig en zelfbewust uit. Pareer, zeker in het begin, degenen die rauw en vanuit hun heup schietend online reageren. En geef de rest van de samenleving een tijdje om zich te herinstellen op de nieuwe werkelijkheid. Draag uit dat je niet onfeilbaar bent en dat je de tegengeluiden wel degelijk hoort.
Het rustig uithouden tegen de initiële weerstand, het steunen van elkaar op basis van een doordacht verhaal en het overbrengen van dat verhaal naar buiten is een grote succesfactor in het omgaan met maatschappelijke weerstand. Ook als het schaalniveau een orde hoger is.

Als je één hoekje van een samenleving wijzigt, kost het tijd totdat de rest zich herpositioneert tot alles weer klopt.

Transitiefocus is betrokken bij een zorginstelling in Noord-Brabant. Sinds 1 januari 2015 stijgt de druk daar natuurlijk sterk in het primaire proces door de nationale stelselomkering en de bezuinigingen. Nog maanden nadien is het nodig om alles aan elkaar te improviseren zodat geen zorgvrager tussen wal en schip valt. Deze druk dringt maandenlang het grote verhaal van de zorgtransitie naar de achtergrond. Trekkers en leiders die dáármee bezig zijn worden of opgeslokt door de waan van de dag of voelen zich plots eenzaam.

Op zo’n moment wordt het tijd voor het MT én de medewerkers om achter zijn trekkers en leiders te gaan staan.
‘Jazeker, 1 januari 2015 was een waterscheiding. Maar er is een veel grotere agenda gaande, ingezet al eind jaren 1970, die nog minstens twintig jaar voortduurt. Alleen als we doorlopend dat grote verhaal erbij vertellen, snappen mensen wat er gaande is en waarom we doen wat we doen.’ En zo komen de trekkers en leiders niet met een burn-out op de bank terecht, maar krijgen ze de plek en de ruimte die ze verdienen in de organisatie.
Een gezamenlijke veerkracht, een gezamenlijk op te bouwen verhaal zorgt dat je de tegendruk uit de buitenwereld zelfbewust en verstandig kunt pareren.
En soms is weerstand een teken dat je de juiste issues raakt: ‘het doet er toe’ gezien de reactie uit de samenleving.

Nederland is écht een ander land aan het worden.
En wijzelf nemen daar een stukje in voor onze rekening.
‘Wie doet er mee?’