Sociale wetenschap is niet de gids naar Mammoet 2
Sinds voorjaar 2022 schurken Esther en ik tegen de onderwijstransitie aan. Een batterij basispijlers wordt daar momenteel omver gekegeld. Van buitenaf door landen die het beter doen dan Nederland. Van binnenuit door een groeiend aantal thuiszitters, drop- en burn-outs en ontevreden docenten en ouders. En exogeen door een veranderende wereld in het algemeen. Het is dus niet raar dat er een stoet aan onderwijsexperimenten op gang komt. De opschalers daartussen zetten met hun omgeving uiteindelijk de nieuwe leidende principes neer. Tegelijk zie je reacties daarop en pogingen het verleden te restaureren – zoals vaak in tijden van transitie.
Een regionaal vernieuwingsnetwerk waarin we deze zomer figureerden, kiest twee onderwijswetenschappers als gids. Ouders, leerlingen en docenten zijn afwezig. Op grote bijeenkomsten die collega Nick Zuiddam afgelopen jaar in het land afliep over de toekomst van onderwijs gebeurde hetzelfde.
Tijdens een gesprek met GZ psycholoog Marleen Heijsteeg werd me het volgende duidelijk. Beleid in mensgeoriënteerde sectoren is een raar ding. Het is sturing met een door wetenschappers ontworpen model van de werkelijkheid. De praktijk in een behandelkamer of klas verschilt echter diepgaand van dat model. Leraren en psychologen worden echter wel afgerekend op dit tekortschietend model. Het levert enorme wachtrijen, uitval en frustratie op.En onopgeloste problemen.
Met de Nederlandse psychiater en innovatiedenker Peter Robertson heb ik sterk het vermoeden dat het mens-model dat we gebruiken, stoelt op aannames die ergens eind 19e eeuw in elkaar zijn geknutseld. Dit alles maakt me huiverig om sociale wetenschap leidend te maken voor de onderwijstransitie. Sociale wetenschap als sparringpartner is natuurlijk oké, maar zet haar niet in de lead.
Aan de vooravond van de onderwijstransitie zou ík drie kernactoren centraal zetten: ouders, leraren en de leerlingen zelf. De rest is in mijn ogen faciliterend, of het nou architecten zijn, uitgevers of beleidsmakers.
Esther en ik werken nu samen met mensen die klassen en scholen uit ervaring kennen. En ikzelf daarbij met mensen die diepgaande vragen stellen. Bijvoorbeeld over ons mensbeeld.
En passant nodig ik het groeiend aantal vernieuwingsnetwerken in het onderwijs uit om de hele olifant te beschouwen in plaats van alleen zijn teen of staart.
Op naar Mammoet II.