Transitiequotiënt, lenigheid in transities

Vandaag gewerkt met mensen die midden in de transitie landbouw in Brabant staan. Midden tussen de partijen boeren, burgers en ambtenaren van gemeenten en provincie, adviseurs, financiers en politici.

Midden tussen proces en inhoud. Midden tussen ‘zo doen we het hier’ en ‘wat kunnen we hier anders?’. Tussen remmen en rennen. Tussen binnen en buiten. Tussen keuken- en beleidstafel. Tussen korte en lange termijn.

Voor hen is lenigheid in bewegen tussen partijen, plekken, belangen, niveaus, beelden en werkelijkheden vanzelfsprekend.
Voor de meeste Nederlanders is het dat níet.

Gekscherend noemde ik het hun ‘transitiequotiënt’: de mate van lenigheid waarmee iemand beweegt tussen al deze zaken. De mate waarin iemand ongemak uithoudt, ‘het niet weten’ niet erg vindt, het steeds herhalen en uitleggen snapt als noodzakelijk.

De mate waarin iemand historische lijnen begrijpt en daardoor snapt waarom de situatie is zoals die is. Het zoeken naar een groter verhaal dat mensen bindt en onderweg doet gaan.

Onze gesprekspartners doen het luchtig, met humor. Ze spiegelen ieder met hun overtuigingen, aannames en blinde vlekken.
Soms stevig, maar meestal mild want ze willen ieder aan boord hebben in de landbouwtransitie. En weten niet zeker of ze zelf het bij het goede eind hebben.

Er is behoefte aan deze vaardigheid en iedereen kan deze ontwikkelen. Je transitiequotiënt staat los van je voorkeur voor inhoud, voor mensrelaties, het politiek dier dat je bent of juist niet, je voorkeur voor monitoren of doen. Juist nu is er behoefte aan deze vaardigheid en iedereen kan deze ontwikkelen.

Want transities vragen daarom.
Het kunnen werken met de diversiteit van iedereen die een rol speelt. Het kunnen erkennen van het gedoe zonder het mooier te maken. Om te blijven prikkelen over hoe het samen beter kan. Om te bedenken wat er wijzigt als de transitie op stoom komt. Om uit te nodigen samen nog leniger te worden en doelen te benoemen zonder die van zestig jaar terug te verloochenen. Met open vizier en transparant. Dat is in mijn ogen werken met een hoog transitiequotiënt.

Het maakt het werk dynamisch, soms onvoorspelbaar maar je bouwt mee aan een weerbare en wendbare samenleving. Díe twee zijn weer nodig om een transitie zonder al te veel kleerscheuren te doorlopen. Met elkaar.