Participatie? Die burger wil wel

Harry en ik hebben er nu zo’n vier jaar van ontwerpen en leiden van participaties in middelgrote steden op zitten. Als ik daar door mijn oogharen naar kijk, kom ik eigenlijk tot één conclusie. De lastigheden zitten niet daar waar de organisaties ze vooraf vermoedden.

Even ter verduidelijking: Harry en ik werken tot nu toe voor middelgrote steden waar flinke dilemma’s of opgaven spelen. Er zitten pittige, omvangrijke, domein-overschrijdende taken bij die op het bord van ambtenaren liggen. Het zijn bijvoorbeeld uitbreidingen die niet eerder in de geschiedenis van de stad voorkomen. Of de energietransitie bij particulier eigendom.

Met de deur in huis vallend: het betrekken van grote groepen – tot duizenden aan toe – deelnemers bij dialogen blijkt in de praktijk de minste moeite te kosten. Daar een evenwichtige reflectie op los laten lukt. Ook zónder ruzies. Het voorkomen dat kleine pressiegroepen het debat op moments suprêmes kapen blijkt ook prima mogelijk. De angst voor oncontroleerbare dynamiek en dus voor politieke schade, blijkt afgelopen vier jaar bij onze trajecten in elk geval ongegrond. De bottleneck ligt ergens anders.

Bijeenkomst burgertafel Het Gesprek

Reflecteren op tussenuitkomsten van de online dialoog

Participatie slaat terug op routines binnen de gemeente. De bottleneck ligt in de eigen organisatie. Burgerdialogen voeren zet druk op hoe politici en ambtenaren gewend zijn te werken. Gedurende het proces wordt bij onze opdrachtgevers steeds duidelijk dat participatie consequenties heeft die vooraf niet voorzien waren en die de overheden waar wíj voor werken niet ongestraft naast zich neer leggen.

Burgerparticipatie schept verwachtingen. De burger denkt graag mee, is welwillend en enthousiast, maar cynisme en twijfel liggen op de loer, vaak door ervaringen uit het verleden.

Dus gemeente, hieronder enkele tips om eerste valkuilen te vermijden.

  1. Wiens ambitie is het? Wie trekt de kar? Is het een wethouder, de Raad, een ambitieus ambtelijk initiatief? Pressie uitoefende burgers?

Zorg in elk van die gevallen dat je vanaf aanvang niet alleen de probleemsteller opwarmt in de besluitrichting, maar ook de anderen. Burgers (of breder: gebruikers van de stad), ambtenaren én politici. Het zijn dus drie velden die als een wokkel aan de gang gaan en elkaars verwachtingen inkleuren: burgers, ambtenaren en bestuurders. En als het even kan, neem dan de betrokken externe specialisten mee in dit alles.

  1. Eenmalige participatie of dialoogstructuur?

Onze ervaring leert dat eenmalige participatie wellicht voor een project waardevolle informatie oplevert maar ook nieuwsgierige, betrokken burgers creëert met verwachtingen en die teleurgesteld zijn als ze ‘wederom niet verder mee mogen denken’. Het opbouwen van een participatiestructuur in de organisatie kost echter tijd en aandacht. Het brengt ‘communicatie’ of ‘participatie’ samen met de inhoudelijk experts voor een gesprek over wat uit te vragen en waar de samenleving precies voor nodig is. Ook vraagt zo’n structuur om een zichtbaar aanspreekpunt, een plek met overzicht die antwoord geeft op vragen als: “Hoe staat het eigenlijk met…”. Regelmatige terugkoppeling naar betrokken burgers of pers maakt dat je ze op latere momenten opnieuw kan betrekken bij een dialoog, bijvoorbeeld over een uitvoeringsplan.

  1. Inhoudelijk vraagstuk of participatie-excuus?

Wees helder en eerlijk naar jezelf. Doe je dit zodat je niet door de Raad of samenleving op de vingers getikt wordt? Of is er een inhoudelijk vraagstuk waar je als gemeente nooit alleen uit komt en wil je dit met de samenleving oppakken? Wil je consultatie of dialoog? Een burger voelt het verschil feilloos aan.

  1. Participatiebudget

Een structuur opzetten voor burgerdialogen (en deze onderhouden) is veel goedkoper dan het steeds organiseren van Burgerberaden. Daarnaast is het een inhoudelijk dekkender, sneller en flexibeler route om in te zetten, zeker als het een routine wordt in de eigen organisatie.

  1. Betrouwbaarheid

Burgers denken eerder in termen van decennia dan in boekjaren of ambtstermijn. Er is dus een lange-termijngeheugen. Denk daarom na over de plek van je participatie in dit lange-termijn commitment. Wees vooraf helder over wat je kan waarmaken en wat niet. Wees transparant. In jou, ambtenaar, is de héle gemeente vertegenwoordigd.

Succes met je eerste stappen.
Meer weten? Of bel ons gewoon.

Esther