Maak nooit éen groep – zelfs niet een sleutelgroep – verantwoordelijk
Maak nooit éen groep – zelfs niet een sleutelgroep – alleen verantwoordelijk voor een hele sector- of thematransitie. Dat is de moraal van Harry’s column voor #Milieumagazine, oktober 2020. Eens over sparren? Bel gerust.
Over vergeten delen (deel II)
Als er delen van een sector afwezig zijn op het moment dat die in transitie gaat, is de kans groot dat de kwaliteit ervan beroerd wordt. Zorg er dus voor, beste lezer, dat je alle compartimenten aan boord hebt – maatschappelijk compleet bent, zoals dat heet. En wel zodra de “reis naar het Zuiden”, zoals Economische Zaken de energietransitie in het begin noemde, aanvangt.
Voorbeelden?
In mijn column ‘De Weeffout van Nederland’ (1) schrijf ik dat uitvoeringsdiensten als Rijkswaterstaat en de Omgevingsdiensten uit efficiencyoverwegingen op afstand zijn gezet van de strategen, maar dat die constructie in een tijd van transities gruwelijk in de weg zit. Komt een sector in “de overgang”, dan zijn communiceren, variëren en selecteren noodzakelijke vaardigheden. Organisatieculturen wordt gevraagd explorerender te worden dan tot dan toe. Veel medewerkers van uitvoeringsorganisaties komen dan in de knel. Ze hebben die ruimte niet, daar ze vaak nog geen 1,5 uur buiten de deur mogen zonder projectnummer. Hun praktijkkennis is echter wél nodig bij transitiedebatten. Dit alles leidt tot transitiebesluiten waarin praktijkervaring nauwelijks meeweegt en dat dat fout is, snappen u en ik allebei. Tenzij ik spoken zie, deed mijn column in Brabant trouwens zijn werk. De Omgevingsdienst Brabant Noord maakt sinds kort fte’s vrij voor strategische reflectie en communicatie, naast de lawine aan vergunningenwerk die haar overspoelt.
Voorbeeld twee. Afgelopen maand werd een andere omissie aangekaart. Twee jaar geleden mocht ik bij de provincie Noord-Brabant zo’n veertig beleidsmakers Milieu door een masterclass halen. De groep was verrijkt met energie-, water-, natuur-, landschaps- en RO-specialisten. Tijdens opstellingen die we deden rond boerengezinnen, ontdekten we dat er bij de milieubeleidsmakers voor het buitengebied sinds jaar en dag een zwarte vlek zit: de erfbetreders. Erfbetreders zijn mensen die – je raadt het misschien – hun auto op het erf van boeren parkeren om hen te adviseren rond diergezondheid, financiering, administratie, bedrijfsstrategie, voederschema’s, juridische zaken, mestverwerking en noem maar op. Sommigen hebben al generaties een band met een boer. Tot nu toe nam de provincie transitiebesluiten zonder serieuze inbreng van deze veelkleurige – vaak commercieel belanghebbende – specialisten. In de overtuiging dat dat anders moest om de kwaliteit van transitiebesluiten in de landbouw te verhogen, hostte de provincie in september de eerste ontmoeting, georganiseerd door beroepsvereniging AgriVaknet en de Rabo. Tijdens de voorbereiding bleek overigens dat de erfbetreders elkaar ook ónderling veel minder spreken dan ze zouden willen in deze voor het buitengebied zo explosieve tijd. Ikzelf had de eer die middag de keynote uit te mogen spreken. Na afloop waren de complimenten over organisatie en inhoud niet van de lucht. Laat deze eerste stap een opmaat zijn naar integratie van ook déze, vergeten groep!
Derde voorbeeld nog even. Tijdens de opkomst van milieugerichte productontwikkeling, midden jaren ’90, kwam de kreet “als milieu de tekentafel bereikt, is het consumptieprobleem opgelost” in zwang. De levenscyclusanalyse was net door research in Zwitserland, Zweden en Nederland beschikbaar gekomen voor gewone milieukundigen en daarmee in principe ook voor productontwerpers. Wat de jaren erna echter fout ging, was dat ontwerpers in gedachten verantwoordelijk werden gemaakt voor de omslag van het hele consumptiesysteem. Dát bleek niet reëel. Ze draaien mee in een kermis die bevolkt wordt door financiers, afnemers, tussenhandel, historische gebruiken en beliefs.
Moraal? Maak nooit één groep – zelfs niet een sleutelgroep – verantwoordelijk voor een hele sector- of thematransitie. Je komt vrijwel zeker van een koude kermis thuis.
Veel transitieplezier, komende tijd!
Harry te Riele
(1) Zie MilieuMagazine nr. 1-2020